zondag 27 november 2016

BKKC: ‘Af en toe vangen we negatieve geluiden op uit het veld’

BKKC: ‘Af en toe vangen we negatieve geluiden op uit het veld’

(door Toine van Corven)

Vier weken geleden maakte schrijver en gastinterviewer Anton Dautzenberg in het Cultureel Café gehakt van het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur. Voor wie het niet weet: BKKC is een van de instituten in Brabant die geld krijgen van de Provincie om Brabantse kunst en cultuur te versterken - BKKC zou dat onder andere moeten doen door ervoor te zorgen dat subsidie op de juiste plek terechtkomt.

 Dautzenberg interviewde BKKC-directeur Chris van Koppen. Hij had de jaarcijfers goed bestudeerd, sloeg er de directeur mee om de oren en… werd door Van Koppen vervolgens niet of nauwelijks tegengesproken. Zo kon een ontluisterend beeld ontstaan van een provinciale club die in een duur gebouw, genietend van riante salarissen, vooral goed voor zichzelf zorgt. Het beeld van een sterk bureaucratische, geldverslindende strijkstok-laag tussen aan de ene kant subsidieverstrekker de Provincie en aan de andere kant kunstenaars die weinig of niets van al dat subsidiegeld merken.
Wie erbij was kan het beamen: Chris Van Koppen bleek niet of nauwelijks op de hoogte van zijn organisatie en gaf, om het nog erger te maken, bovendien blijk van een merkwaardige mening over cultureel ondernemerschap versus ‘schurende’ kunstenaars. Zoals Anton Dautzenberg, die er te veel principes op na zou houden. Zulke kunstenaars moeten niet piepen als ze weinig verdienen, vindt Van Koppen. Van BKKC hebben ze weinig te verwachten.

Het was een ontluisterend interview. En daarbij nieuws. Als journalist en redactielid van het Cultureel Café publiceerde ik erover op Facebook en als gastschrijver op tilburgers.nl. Vanuit culturele hoek kwamen enkele stevige reacties los, vooral in de trant van: snel opdoeken dat BKKC. Maar tegelijkertijd bleef het ook opvallend stil. Uit angst voor financiële gevolgen? Wie het weet mag het zeggen.
Wat is er tot nu toe verder gebeurd in dit bizarre theaterstuk. Wie spelen er een rol in en wie niet? Het Cultureel Café, Anton Dautzenberg en ik hebben hun rol gespeeld, respectievelijk hun werk gedaan. Het Cultureel Café bood het podium; Anton Dautzenberg signaleerde en legde bloot; ik bracht het nieuws verder naar buiten dan enkel de zaal en de bar van Cinecitta.
Hoe zit het met de overige spelers? De media, het Brabants Dagblad? De politiek? Het BKKC zelf?

Brabants Dagblad

Het interview was op zaterdagavond in het kader van de Nacht Tilburg voor Cultuur. Het Brabants Dagblad kwam op maandagochtend met een verslag van de Nacht, maar over het toch nieuwswaardige interview van Anton werd met geen woord gerept. Ook niet nadat de redactie erover was getipt en er een verslag te lezen viel op deze site, zelfs niet nadat Groen-Links-raadslid Nathalie Nijs-van Pelt er op maandag tijdens een commissievergadering een vraag over had gesteld aan wethouder van cultuur Marcelle Hendrickx. Enkel de onlangs naar de redactie in Den Bosch verbannen columnist Henri van der Steen pikte het onderwerp een week later op. Moet de politiek hier niet iets mee, vroeg hij zich af.

De gemeente Tilburg

Wethouder Marcelle Hendrickx antwoordde het raadslid Nathalie Nijs dat wat haar betreft kunst schuurt, inspireert en nieuwe werelden laat betreden en dat zij zich niet kan voorstellen dat een directeur van een grote kunstinstelling er anders over denkt. Inderdaad ja, anders zou het wel heel erg zuur zijn nu de gemeente tot en met dit jaar maar liefst 315.000 euro uittrekt om de huur van BKKC - een provinciale instelling - te betalen. Waarom in 2014 werd besloten om het BKKC die subsidie te verlenen in plaats van dit geld te besteden aan Tilburgse kunstenaars? Uit vrees dat het BKKC anders naar Eindhoven zou verkassen in plaats van (straks) samen met de bieb naar de Spoorzone. Ook een belang… invulling van de Spoorzone.

De Provincie

Op het provinciehuis zal het onderwerp BKKC na het interview ongetwijfeld rondzingen, maar formeel is er niemand iets gevraagd en is er dus ook nog niets uit Den Bosch vernomen. Vreemd. Of toch niet? Misschien vindt de provincie het wel prima zo. Wel zo makkelijk, een door jou gesubsidieerde organisatie die de oren trouw naar jou laat hangen. Want hoe zit dat, die verhouding BKKC-Provincie? Verrassend genoeg komt het antwoord van het BKKC zelf. Op 18 november gepubliceerd op de eigen website, onder de titel: ‘Een verhaal tegenover discussies die over het bestaansrecht van BKKC gaan’.
Citaat: ‘Af en toe vangen we negatieve geluiden op uit het veld. Over dat BKKC een geldverslindende en overbodige organisatie is. Over dat alle werknemers van BKKC luie ambtenaren zijn die met hun forse lonen geld afpakken van kunstenaars. Dat BKKC zichzelf zou moeten opheffen als de organisatie echt houdt van kunst en cultuur’. Het BKKC vindt het vaak lastig om op die geluiden te reageren: ‘De mensen met wie we dan in gesprek proberen te gaan, weten altijd een nieuwe stok te vinden om mee te slaan’.
Dan komt het: ‘De meer genuanceerde kritiek op BKKC richt zich vaak op de vraag voor wie wij eigenlijk werken. We bewegen ons op en neer op de lijn tussen provincie en veld, maar we zien zelf ook dat we de laatste jaren steeds dichter tegen de provincie aan zijn komen te staan…’
Zegt het BKKC zelf.
Vraag aan de politiek. Is dat wel acceptabel? Een aantoonbaar te dure organisatie die zelf toegeeft: we schurken dicht tegen de provincie aan. Politici die het weten mogen het zeggen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten